20 t/m 26 november
Na anderhalve week gaan we weer echt op pad, we laten Setúbal en de fijne dagen met onze dochter achter ons. We zijn even aan het puzzelen geweest wat we willen, de zon op zoeken en dus richting de Algarve of nemen we het regenachtige, ietwat frisse weer, voor lief en trekken we nog een keer het binnenland in? Dat laatste wordt het! We vinden het reizen door het binnenland van Portugal zo fijn dat we het mindere weer voor lief nemen. Binnen een paar uur op deze eerste reisdag kijken we elkaar wel een paar keer aan, het regent, niet normaal zoveel! Hebben we hier nu echt goed aan gedaan? We rijden als eerste stop naar Evora, hier waren we in maart ook al en we lopen dan ook alleen de stad in om wat te drinken en rijden de volgende ochtend weer verder. Nog een klein uurtje rijden en we kunnen Spanje zien liggen. Een mooie parkeerplaats aan de voet van het burchtdorp Monsaraz en het is droog! We gaan meteen maar naar buiten en maken een flinke klim omhoog om door dit prachtige dorp te lopen. Het is er erg stil, wat de schoonheid van het vestingstadje goed tot zijn recht laat komen, we slenteren door de straatjes en genieten van de prachtige foto’s die overal hangen. Het zijn zwart/wit foto’s die zeker 60 jaar geleden in het dorp zijn genomen. Heel eenvoudig, maar juist daardoor erg mooi. Er zijn een paar winkeltjes voor toeristen, wel met erg mooie spullen en wat horeca, ook die zien eruit of ze nog uit de tijd van de zwart/wit foto’s zijn. Zomers zullen er wel meer gelegenheden open zijn en zijn er ook vast meer terrasjes. Het dorp heeft een paar flinke parkeerterreinen die er op wijzen dat het hier heel vol kan zijn.

De volgende ochtend ga ik hier nog even tevergeefs op zoek naar brood en heb ik bij terugkomst een gezellig gesprek op het parkeerterrein met een Nederlands stel in een Portugese camper, ze zijn net naar Portugal verhuisd en nog volop bezig met hun huis en emigratie. We kletsen zo een half uur vol! Na ontbijt en koffie gaan we er op uit voor een wandeling, wat is het hier prachtig! We lopen bijna alleen maar op karrensporen, rotspaden en af en toe een stukje over de weg. Dat is niet erg, er rijdt hier zo weinig verkeer. Waar we ook lopen, we zien bijna steeds het kasteel van het vestingstadje en dat is prachtig om vanuit zoveel verschillende hoeken te zien. We komen ook nog bij een menhir, die hier is neergezet omdat de oorspronkelijke plek onder water is gezet voor het stuwmeer. Via een dorpje, waar we tevergeefs, de bakker zoeken klimmen we via een behoorlijk steil pad omhoog naar de camper. Het was geen lange wandeling, maar wel met behoorlijke pittige afdalingen en klimmetjes, heerlijk.

Aangezien we toch wel graag wat brood willen hebben rijden we ’s middags 15 km verder, naar Mourao. Ook weer een stadje met een kasteel en als we langs de slotgracht lopen kunnen we Monsaraz en zijn kasteel in de verte zien liggen. In eerste instantie zijn we niet heel enthousiast over de camperplek, maar er is wel een dorpje met winkels en dus brood. Het is ook al laat in de middag, dus we blijven. Het gebeurt niet vaak, maar we staan helemaal alleen. Als we een beetje gewend zijn vinden we het eigenlijk een prachtige plek. We staan voor de ingang van het kasteel en het dorp ligt aan onze voeten en dan hebben we ook nog een prachtig uitzicht over de omgeving. De volgende ochtend maken we een wandeling door het leuke dorpje, het grote verschil met Monsaraz is dat hier ook zomers nauwelijks toeristen komen, het is gewoon een Portugees plattelandsdorpje en dat vinden wij eigenlijk ook wel weer heel erg leuk. De straten, huizen en bewoners zijn wat minder gestyled, om het zo maar eens te zeggen.

’s middags maken we weer een wandeling, nu naar het stuwmeer en over de landerijen, langs het vee en weer terug naar het kasteel. We zijn net op tijd binnen, want we liepen al in een miezerbui, maar terug in de camper, begint het echt te regenen. We besluiten om hier nog een nachtje te blijven en eind van de middag komt er nog een camper, we staan dus niet meer alleen. Onderweg vinden we nog een plek om te lozen en water te vullen. Wat ons bijna nooit, gewoon echt nooit gebeurt, is dat we daar ruzie krijgen! Een stel is daar bezig om water te vullen met 5 literflessen. De kranen hebben geen schroefdraad voor een koppelstuk, dus doen zij het met flessen. Maar ze hebben zoveel grote flessen dat ze allebei de kranen in gebruik hebben. Rob wil één van de kranen gebruiken, maar dat vindt onze collegacamperaar niet goed. Ik zie Rob bijna nooit boos, maar dit vindt hij zo stupide dat hij bijna ontploft. Er zijn 2 serviceplekken, dus voor iedere plek 1 kraan, logisch toch. We laten het er maar bij, spoelen de toiletcassette, lozen het vuile water en vinden vast elders wel schoon water.

Het volgende plaatsje, Moura, is ook maar een halfuurtje rijden. We hebben gezien dat we daar bij de Intermarche kunnen wassen en dat er een P4N plek is. Maar die keuren we af, er is niet echt ruimte en we vinden het geen fijne plek, in het centrum is ook nog een P4N plek, maar ook die vinden we niet goed. Dat betekent dus doorrijden. Gelukkig bij de Intermarche wel schoon water kunnen vullen.
We laten Moura dus achter ons en kijken welke plaats we nog meer aan willen doen. Onze vlaggetjesparade (zo noemen we al onze vlaggetjes in google maps, waar we plaatsen markeren met een vlaggetje en een korte omschrijving) geeft aan dat dat Serpa is. Daar gaan we naar toe. Aan de rand van het stadje, met weer een kasteel, ligt een camping. Dat is toch ideaal, een camping en 5 stappen buiten de camping zijn we in het dorp. Na aankomst eerst maar eens een rondje wandelen. Er is een mooi historisch centrum, het is allemaal niet groot, maar wel sfeervol. Morgen maar eens kijken of we naar het kasteel wandelen of in de omgeving een wandeling gaan maken. Boris is dan vast weer uitgerust. Hij heeft de afgelopen 2 dagen veel los gelopen en dan maakt hij veel meters. Vandaag heeft hij dan ook bijna de hele dag en avond liggen slapen.

Waarom er hier zoveel kastelen zijn? We zitten dicht bij de Spaanse grens en de familie Bragança liet hier eeuwen geleden kastelen bouwen om de grens te bewaken. De kastelen stonden zo dicht bij elkaar zodat ze met vuren signalen en waarschuwingen konden afgeven en zo de grens konden bewaken. Een groot del van deze kastelen is nog steeds in het bezit van deze familie. Nu ik dit weet, zie ik die naam ook overal terug. Een bakker, een straat en een stad in het noorden van Portugal. Bragança is een belangrijke familie.

Je ziet het goed we zijn actief op Facebook, Instagram, Twitter, Youtube en Polarsteps. Klik op de logo’s en je komt uit op de juiste plek. Het link symbool (de laatste in het rijtje) gaat Polarsteps, we hebben nog geen Polarsteps icoontje.